VERBREED JE HORIZON

Taalcursussen, bijlessen, privélessen en workshops voor particulieren en bedrijven.

Blog

Thuis?

Laatst las ik op Twitter een opmerking van een Nederlandse correspondent over het “terugkomen naar Nederland” na een verblijf elders. Hij wilde van zijn migrerende volgers weten of zij moeilijkheden hadden ervaren. Mijn moeder vertelde rond die tijd dat ze het jammer vindt, dat mijn broer en ik geen thuishaven hebben zoals kinderen van haar vrienden dat hebben. Die komen “naar huis” voor feest- en verjaardagen, zien daar bijvoorbeeld oud-klasgenoten met hun gezinnen, gaan om met hun lokale vrienden – en dat hebben wij niet. Ze vroeg zich af, of we dat gemist hadden.


O nee, niet weer!

Het zette me aan het denken. Ik ben behoorlijk vaak verhuisd; de teller staat geloof ik op 10 keer en ik ben begin veertig. Tegenwoordig is een verhuizend kind in de klas niet zo bijzonder meer en zijn we gewend aan vakanties in den vreemde, maar in de jaren ‘80 van de vorige eeuw – de tijd waarin wij vertrokken uit Nederland – was dat anders. Als kind vond ik het verschrikkelijk om mijn vriendjes en vriendinnetjes steeds weer te moeten missen. En voor een spontaan kind als ik was het niet makkelijk om de eerste maanden niet te kunnen communiceren met klasgenootjes, omdat ik de taal niet beheerste.

Later, toen ik tegen de twintig was, ging ik de verblijven in het buitenland ervaren als rijkdom: ik had een grote talenkennis, veel geproefd en gezien, kon me makkelijk aanpassen en ik had aardig wat culturele bagage opgedaan.


Kriebels

Tegelijkertijd voelde ik me nergens echt thuis. Dat gevoel had geen naam, was niet negatief, maar was er gewoon. Op een verjaardag jaren geleden zei iemand die ook vaak verhuisd was, dat zij na een aantal jaar op een plek te hebben gewoond altijd kriebels kreeg. Jeetje, dat had ik ook! Ik had het alleen nooit zo gezien of benoemd. We waren het erover eens dat je dan heus niet meteen je boeltje hoeft op te pakken, maar dat het de moeite waard was om uit te vinden waar dat gevoel vandaan kwam. Maar, zoals dat gaat in het leven: daar ben ik toen niet aan toegekomen.


Thuis

Het zal de leeftijd wel zijn, maar de laatste jaren denk ik dus wel over het gevoel na. Of liever: over de vragen die het oproept, namelijk “Wat is ‘thuis’?” en “Zal ik ooit ergens ‘thuis’ zijn?”, maar ook “Moet dat dan?”. Niet alleen het feit dat ik in Frankrijk ben opgegroeid heeft me gevormd, ook de verhuizingen hebben me gemaakt tot wie ik ben. Nog steeds ben ik blij met al die bagage, maar ik voel me soms ook “los”, ontworteld zo je wil. Ik vrees dat ik lange tijd niet echt heb geïnvesteerd in mijn leefomgeving. Niet uit voorbedachte rade, maar uit automatisme. En dat begon te schuren.


Een nieuw record!

Intussen woon ik alweer 9 jaar (negen jaar!) op Schouwen-Duiveland; dat is de langste periode die ik op één plek heb gewoond. Ons huis staat te koop. Zijn er weer kriebels? “Moet” ik weer weg? Nee, niets van dat alles. Manlief en ik willen gewoon wat anders en vooral wat meer groen om ons heen. Het liefst blijven we op het eiland, want hier hebben we inmiddels vrienden, worden we herkend, hebben we onze hobby’s, doen we vrijwilligerswerk, vinden we de omgeving mooi en voelen we ons betrokken.

Zou dat nou “thuis” zijn?